Een Duitse natuurkundige en ex-atleet Wolfgang Schöllhorn heeft aangetoond dat beginnende kogelstoters met dit 'differentieel leren' meer vooruitgang boeken dan de atleten die de ideale kogelstoot uit het leerboek proberen na te doen. Deze methode werkt ook bij veel andere sporten. Er zijn geen ideale bewegingen. Ons bewegingsapparaat leert juist door variaties en fluctuaties te vergroten met soms knotsgekke oefeningen. Er is serieus onderzoek naar gedaan. Drie groepen schaatsers oefenden de start. Een groep volgens het handboek wedstrijdschaatsen, een groep zonder instructie, en de laatste groep maakten pirouttes, sprongen en staken hun handen in de lucht of stonden te zwikken. Deze groep boekte de meeste progressie op een korte sprint van 50 meter. Een Nederlandse hoogleraar bewegingswetenschappen is ervan overtuigd dat het waanbeeld van een bewegingsideaal ertoe heeft geleid dat er te veel aandacht bestaat voor de beweging op zich, terwijl het effectiever is om de aandacht te richten op de uitkomst van de beweging. Op internet is over dit onderwerp ook veel te vinden.
Dus voortaan bij de hardloopscholing ook 9 keer koprollen, in bomen klimmen en een paar flinke bodychecks. En ook geen vragen meer waar die oefening goed voor is. Impliciet leren moeten we!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten